Een kleine tuinkabouter voelde zich alleen Hij riep z'n negen vrienden en ze gingen samen heen Tien kleine tuinkabouters liepen door de regen Een die was niet waterproof toen waren er nog negen (negen) Negen kleine tuinkabouters wilde graag wat erven Voordat er wat te erven viel moest er eentje sterven Acht kleine tuinkabouters dronken op het leven Een die dronk net iets teveel toen waren er nog zeven (zeven) Zeven kleine tuinkabouters waren dol op sex Maar een die had een heel zwak hart, toen waren er nog sex (he) Chorus Allemaal gaan we een keertje dood Dus geef nog een feestje al sta je rood Ga op vakantie stel nog een daad Want voor je het weet is het te laat Zes kleine tuinkabouters aan een waterpijp Een gaf die pijp aan Maarten en toen waren er nog vijf (vijf) Vijf kleine tuinkabouters vochten met een stier Een die had een rode muts toen waren er nog vier (vier) Vier kleine tuinkabouters wedden op een keer Wie het langst zonder adem kon de winnaar leeft niet meer Drie kleine tuinkabouters zwommen in de zee Een zeemeermin die werd verliefd en nam er eentje mee Chorus Al ben je brandweerman of president, de minister of een boer Niemand ontkomt eraan, magere hein ligt op de loer Twee kleine tuinkabouters liepen samen heen De een raakte de ander kwijt, toen was hij weer alleen Chorus (2x) Lalalalalalalala, Lalalalalalalala HE Lalalalalalalala, Lalalalalalalala HE (he)