Er ritselt onheil door de bomen Met de wind mee langs de gracht Er is geen mens meer te bekennen Het leven stopte onverwacht En de stad zo leeg als een woestijn En de stilte klinkt mij veel te fijn Verdwaasd dwaal ik door de stegen Een blinde muur geen horizon De holle stad alles verlaten En een onbevolkt station Stilstaan op een zwijgend plein Deze stilte klinkt mij veel te fijn Het leven desolaat Als een lege winkelstraat Dat zoiets kleins Ons dwingt tot bezinnen Na de stilte oh oh Opnieuw beginnen Dit grauw decor van dichte luiken Alsof ons toekomstlicht gedoofd Het lijkt wel of we teruggefloten Omdat de aarde leeggeroofd En het fluistert dat we kwetsbaar zijn Deze stilte klinkt mij veel te fijn Het leven desolaat Als een lege winkelstraat Dat zoiets kleins Ons dwingt tot bezinnen Na de stilte oh oh Opnieuw beginnen Zo'n wonderlijke eenzaamheid Bevroren in gestolde tijd Hoe kalm de stad tot stilstand kwam En je zomaar alles loslaten kan En de schoonheid van een lege lucht Willen we zoals het was Eigenlijk wel terug