Ik ken een plekje aan het strand Waar nog niemand is geweest Behalve dan wij twee Met die wandeling aan zee De schelpen op het strand En het knarsen van het zand En lachen dat het was Een meeuw poept toen op je jas ♪ Ik stap in de bus en net als toen Slaan we linksaf aan het eind van de stad En we rijden maar en we rijden maar En we rijden maar en we rijden maar Meneer de buschauffeur, hoe ver is het nog? Iedereen is al uitgestapt Zet mij hier ook maar af Dan loop ik zelf wel naar het strand Want met m'n ogen dicht Kijk ik naar de overkant, en ik vraag me af En ik vraag me af "Hoe ver is het naar Engeland?" ♪ Met m'n knieën in het zand Viel het kwartje pas Want je vermoedde echt nog niets En zeker niet zoiets Ik stap in de bus, en net als toen Zwijg ik heel wat af Want wat zeg je op zo'n dag? Ja, wat zeg je op zo'n dag? Meneer de buschauffeur, nog een prettige dag Gaarne paardereis terug naar de stad Wat krijgt u van mij Voor een enkele reis? Met m'n ogen dicht Kijk ik naar de overkant, en ik vraag me af En ik vraag me af "Hoe ver is het naar Engeland?"