Ik kom uit Nederland Dat is mijn eigen vaderland Daar spreek ik dus mijn moedertaal Dat vind ik heel normaal Ik kom van België Dat is m'n eigen Vlaandrenland Al spreken wij dezelfde taal Maar toch niet helemaal Want zeg jij leuk, dan zeg ik tof Ik heb vakantie, jij verlof En gij zijt jarig, ik verjaar En zeg jij aardig, zeg ik raar Al zijn er ook verschillen het maakt voor God niet uit Voor kinderen die willen is er geen noord of zuid Harde g of zachte g We wonen aan dezelfde zee België en Nederland Reik elkaar de hand Jij woont in België Dat is voor ons het frietjesland Dat lijkt ons dus wel ideaal Maar o die rare taal Gij woont in Nederland Het cola-met-tien-rietjesland We vinden jullie heel brutaal Of ligt dat aan de taal Want zeg jij ui, zeg ik ajuin En zeg jij hof dan zeg ik tuin En wie noemt kwark nou platte kaas Maar wie lust er nu pindakaas Al zijn er ook verschillen het maakt voor God niet uit Voor kinderen die willen is er geen noord of zuid Harde g of zachte g Een kopje of een tasje thee Kopje tasje kopje tasje Oké, maar neem dan wel pralientjes mee Pralinekes! België en Nederland Reik elkaar de hand