Wij zijn bij de brandweer Wij zijn bij de brandweer Als het brandt dan blussen wij het vuur Wij zijn bij de brandweer Wij zijn bij de brandweer In de brandweerwagen zit ik aan het stuur Heel vroeg deze morgen werd er op de deur geramd Het was de burgemeester en hij riep "Dit is een ramp" "Ik heb hulp nodig" sprak hij in paniek "Jullie moeten branden blussen want de brandweerman is ziek" Wij zijn bij de brandweer Wij zijn bij de brandweer Als het brandt dan blussen wij het vuur Wij zijn bij de brandweer Wij zijn bij de brandweer In de brandweerwagen zit ik aan het stuur We hebben onze helm op en ook leren pakken aan Marietje, ik durf niet goed op die brandweerladder staan Eerst is alles rustig maar dan loeit de sirene We rukken heel vlug uit want misschien brandt het bij Marlène Wij zijn bij de brandweer Wij zijn bij de brandweer Als het brandt dan blussen wij het vuur (Als het brandt blussen wij het vuur) Wij zijn bij de brandweer Wij zijn bij de brandweer In de brandweerwagen zit ik aan het stuur We komen snel ter plaatse maar er is geen vuur te zien Alleen onder die boom daar staat een man of tien We gaan een kijkje nemen en Jeannine die gilt heel luid "Mijn kat zit in die boom daar!" maar wij halen ze er wel uit Wij zijn bij de brandweer Wij zijn bij de brandweer Als het brandt dan blussen wij het vuur (Als het brandt blussen wij het vuur) Wij zijn bij de brandweer Wij zijn bij de brandweer In de brandweerwagen zit ik aan het stuur