Here Jezus, levend water zoudt ge mij schenken. Weet ge't nog? Volgens uw oud verhaal? Wel, waar is dat mirakelwater gebleven? Schurft en honger waren mijn leven. Ik at uit een trog. Want wil bedenken, Jezus, gij had tenmiste nog een avondmaal Met brood en rode wijn, Zoals het moet zijn. Here Jezus, het schijnt dat ge in de hemel zijt Samen met de engelen en de profeten. Dat ge uwen Hemel hebt verdiend, Dat wil ik best geloven, beste vriend. Maar waarom nooit in mijne kindertijd Een roggebroodje naar beneên gesmeten Of een kilootje patatten? Ge zorgde beter voor de ratten. Here Jezus, Gij die God zijt zogezeid, Bezie mij, geschonden, rot, kapot. Den beul op de (markt van Aalst) staat gereed En 't is water en bloed dat ik zweet. Wel, Jezus maat, 't is nu mijnen tijd. Luister daarom naar mijn enige gebod: 'In uw rijk van het hemels slijk Kunt gij mijn versplinterde botten kussen. Mijn ziel en mijn lijk Geef ik liever aan de mussen.'