De zeemanis 'nen mensdie heeft als enige wens Het zeegat uit te varen De wijde wereld in. Bij storm of wervelwind Tons zingt hij welgezind Hij houdt van de gevaren Dat is naar zijne zijn. De zeeman smijt zijn ankerke Dat in elk waterke past Het hèwt zijn bootje vast Bij dag en nacht. De zeeman smijt zijn ankerke Dat in elk waterke past Dat hèwt zijn bootje vast Zolange dat 't past. Als 't anker is gezakt En goed in d'eerde plakt Tons wordt zijn schip herladen Al met een nieuw vracht. In zijn properste broek Die gaat hij tons op zoek Al slenterend langs de kaaie Naar war liefde voor de nacht. De zeeman is getrèwe Ja schier aan elke vrèwe Hij wil ze alles geven Zijn herte is zo groot Maar komt er straks ne vloed Zodat hij vertrekken moet Tons zweert hij trouw aan 't leven Bij 't vertrek van zijn boot. Als 't meiskenie verstaat Waarom dat hij weggaat Tons zegt hij 'ke ée mijn schoenen In Marseille laten staan. Maar als zijn schip vertrekt En hij aan d'ankerdoorde trekt Zal 't weer zes maanden duren Eer dat hij aan land zal gaan.