Alle mensenkinderen denken tussenbeide Met een beetje sentiment aan vroegertijden Toen je moeder je vertelde over dwergen Of het sprookje van de Bibelebonse Bergen Toen je bang was van het donker in de kelder Tot vermaak van ome Janus uit Den Helder Toen je elke avond netjes in het midden Van de kamer je gebedje zat te bidden Wat zou je nou niet willen geven Voor zo'n ogenblik van toen Maar in de leerschool van het leven Kun je niks, nee niks meer overdoen En ik zal het van m'n leven niet vergeten Dat we nooit 's mochten smakken onder 't eten Dat we netjes moesten praten met twee woorden En geen dingen mochten zeggen die niet hoorden Sinterklaas die alle jaren over 't dak reed En voor iedereen iets lekkers in een pak deed Ik weet ook nog dat ik een hekel had aan schelvis En als het kermis was dan zei ik: "Nou is 't kermis, hè pa" Wat zou ik nou niet willen geven Voor zo'n vaderlijk sermoen Maar in de leerschool van het het leven Kun je niks, nee niks meer overdoen Denk 's even aan de school die je bezocht hebt Aan de guitenstreken die je daar gewrocht hebt Meestal kende je geen dinges van je lessen Doodgewoon omdat je weer had zitten klessen En je schreef soms van 'we kennen' en 'we zallen' En je smokkelde soms danig met getallen Dan zei meester dat je zoiets nooit meer doen mocht Wat verschrikkelijk gezellig was het toen toch Wat zou je nou niet willen geven Voor je eerste voetbalschoen Maar in de leerschool van het leven Kun je niks, nee niks meer overdoen Weet je ook nog hoe je enkele jaren later Met je meisje liep te wandelen langs het water Het moment waarop je haar de eerste kus gaf Ook al ging een kus je toen nog niet zo knus af En al bent u nu mischien al jaren ouders En al drukken zware zorgen op uw schouders Ik wiI wedden, zonder u te willen krenken Af en toe zult u beslist nog wel 's denken Wat zou ik nou niet willen geven Voor zo'n allereerste zoen Maar in de leerschool van het leven Mag je niks, nee niks meer overdoen