De leugen loopt op zacht geschoeide voeten Haar gang is licht, haar aanblik is koket Zodat wij ons constant beheersen moeten Om niet verstrikt te raken in haar net Wij eten immers liever zoete hapjes Dan rauwe bonen zonder kraag of smaak Men vangt meer vliegen met frivole grapjes Dan met een preek, dat is een klare zaak Vandaar dat wij haar gretig binnenlaten Ze praat zo aardig en ze zingt zo mooi Dat het ons amuseert in hoge mate Ze is dan ook ons aller lichtekooi Ze weet het zo geraffineerd te spinnen Dat wij onmiddellijk door de knieen gaan Wat zou je zonder haar moeten beginnen De leugen bied ons grond om op te staan De waarheid heeft geen ranke ronde vormen Haar blik is streng en zo is ook haar stem Soms komt ze zomaar bij je binnen stormen En zet je met een woord volkomen klem Ze grijpt je bij je hart en je geheugen En spreek je haar al tegen, je verliest De waarheid is heel anders dan de leugen Ze draait het hoofd niet eens om als ze niest