Het was tijdens het laatste seizoen voor de Europacup. De ploeg van Ajax kwam van het vliegveld en arriveerde in een klein Tsjechisch dorp. De volgende morgen, dinsdag, gingen zij allen onder leiding van de trainer Naar het veld. Nadat de oefenmeester in het gras was neergezeten begon hij te spreken. De jongens wisten dat nu de tactiek besproken zou worden en legden hun Oren dus te luister. Maar een van hen, Johan Cruyff, haalde een spel kaarten uit zijn Trainingspak, dat hij Voor zich uitspreidde. De trainer zag wat hij deed en zei dat hij de kaarten weg moest doen. Na afloop van de oefenbijeenkomst werd de speler gestraft en in de Kleedtent bij de Voorzitter van de vereniging gebracht. 'Waarom heeft u hem hier gebracht mijnheer Michels?' vroeg de voorzitter. 'Hij zat te kaarten op het veld' luidde het korte antwoord. 'Wat heb jij daarop te zeggen, knaap?' vroeg Jaap van Praag. 'Heel veel' luidde het antwoord van de zelfbewuste voorhoedespeler. 'Dat zullen wij hopen, Johan. Want als je geen redelijke verklaring voor Je Opmerkelijke gedrag weet te geven, dan ben jij goed de zak, vogel!' De voetballer antwoordde: ' Mijnheer Van Praag, ik twijfel er niet aan of Ik zal erin Slagen u geheel en al te overtuigen van de oprechtheid van mijn Intenties.' Nadat hij dit gezegd had begon hij zijn verhaal. 'Zie eens hier, mijnheer Van Praag. Als ik naar de Aas van het spel kijk, dan weet ik dat er maar