Toen de stormnacht was verdwenen en de lucht was opgeklaard Dacht iedereen op Blankenburg, God zij dank wij zijn gespaard Er was veel te repareren, heel het land had blank gestaan Er was geen aardbei meer te oogsten, volgend jaar zou het weer gaan De krant werd slechts gelezen om de prijzen van het vee En men dacht ons kleine dorpje ja dat kan nog eeuwen mee Blankenburg kan nog eeuwen mee Krijsende meeuwen: er dreigt gevaar uit zee Blankenburg kan nog eeuwen mee De hoefsmid en de bakker, ook de koster van de kerk In het winkeltje van Breevaart, iedereen weer aan het werk Je ging over het Veerpad met de pont naar Nieuwesluis En als het even meezat was je weer voor donker thuis Driehonderd vijftig jaren al ontworsteld aan de zee Ooit 't grootste dorp van Rozenburg het ging al eeuwen mee Blankenburg kan nog eeuwen mee Met kraaien, mussen, spreeuwen, katten, honden, ratten, vee Blankenburg kan nog eeuwen mee Maar keek je naar het oosten daar scheen de zon zo 's middags laat Op de raffinaderijen van de Vondelingenplaat Als een stalen roofdier dat lag te wachten op zijn prooi En argeloze boeren waren bezig met het hooi Toen volgens plan de industrie de polders tot zich nam Was er geen enkele actiegroep die daar in stelling kwam Blankenburg kon nog eeuwen mee Geen onvertogen woord, men gehoorzaamde gedwee Blankenburg kon nog eeuwen mee