Ik zag haar in het Vlaandern land Verscholen tussen het korem Zo blond dat mijn oog zich scherpen moest Anders ging zij verloren Ver aan de horizon Zag ik de hoge Gentse toren Die zij juist was ontvlucht Maar wij zijn daar van weggegaan Want alle Vlaamse legen Terwijl mijn eigen schaduw zelfs Geen bron kwamen wij tegen Toch wie de langste paden kiest Vindt altijd ergens regen Of koele avondlucht De herfst kwam over Barreland Met nevel in de bomen Wij zijn aan vele omzwervingen in het noorden aangekomen Daar hebben wij het smalle pad naar het blauwe meer genomen Nu zwart en peilloos diep De winter sneed door het besneeuwde veld Het meer lag dichtgevroren Mijn lief, daar gaan haar Vlaanderland Verlaten en verloren Ze liep alleen de nacht in De sneeuw wiste haar sporen Ik merkte het niet Ik sliep Mijn lief is door het land gegaan Zonder de weg te weten De winter lang heb ik alleen aan het blauwe meer gezeten Het zijn de kortste uren Die zich het minst laten vergeten 'T Is niet de pijn zo zeer Wie haar mocht zien in 't Vlaandernland Gelukkig of verloren Zeg haar dat ik te wachten lig Mocht zij dat willen horen In het noorden waar 't nu lente is En waar maals ooit te voren Aan de oevers van het blauwe meer