Ik was een jaar of zes Toen de hele klas met iemand liep Mijn vriend had zelfs twee vriendinnen En dat stak me toch wel diep Dus in de pauze, op het schoolplein Speelde ik expres alleen Toen hij vroeg: "Van wie hou jij?" Zei ik: "Van iedereen" Om liefde heb ik altijd kunnen lachen Lachen tot aan huilens toe Om liefde heb ik altijd kunnen lachen Daar was alle reden toe Ik was negentien En hield van iedereen die naar me keek Ik had toen zoveel vriendinnen Dat de een vaak op de ander leek Maar op een avond, bij een haardvuur Wist ik: dit wordt mijn vrouw Nooit meer honger, nooit meer dorst Nooit meer in de kou Een mens eet niet alleen van liefde Maar elke dag gewoon weer van een bord Een mens leeft niet alleen van liefde Maar van het geld dat elke maand op de giro wordt gestort Om liefde heb ik altijd kunnen lachen Lachen tot aan huilens toe Tempo Doeloe Om liefde heb ik altijd kunnen lachen Daar was alle reden toe