Ik weet dat ik de honderd haal En dan nog fiets met losse handen Ik ga nog steeds de goeie kant op Poets nog al mijn eigen tanden Voor mij straks geen bejaardenhuis Om daar op zondag vis te krijgen In een afgemeten portie Om maar lang in vorm te blijven Nee, ik zweer dat ik de honderd haal En dan nog dans met mooie vrouwen Die schatten mij nog steeds te jong Dus ik zit vol zelfvertrouwen Voor mij straks geen verzorgingsflat Om daar gesneden fruit te krijgen En regelmatig een verschoning Om maar lekker schoon te blijven Refr.: Ik ben een dromer Kijk door een gekleurde bril Ik ben een van de velen Met mijn eigen ogen Zie ik alles wat ik wil Ik bouw luchtkastelen Maar dat kan mij niks schelen Want ik ben een dromer Ik blijf een dromer Ja, ik vrees dat ik de honderd haal En dan nog fluit naar mooie meiden Die liever iemand jonger hebben Maar nog wel zijn te verleiden Nooit naar een bejaardenflat Zo een hok waarin geen mensen horen Waar geen kinderen meer spelen Waar er nooit een wordt geboren Refr. Droom maar dat ik elke nacht Wakker lig van jou Droom maar dat ik morgenvroeg Zeggen kom dat ik nog van je hou He, ik bouw luchtkastelen Maar dat kan mij niks schelen Want ik ben een dromer Kijk door een gekleurde bril Ik ben een van de velen Met mijn eigen ogen Zie ik alles wat ik zien wil Zie ik alles wat ik zien wil Ik bouw luchtkastelen Maar dat kan mij niks schelen Want ik ben een dromer Ik blijf een dromer Ik blijf een dromer Ik blijf een dromer