Toen bescheidenheid een Deugd was En kerels zich voor tranen Schaamden Stelden wij als voetballand Niks voor We hadden zwoegers, Harde werkers En maar een enkele Faas Of Abe Dus werd er meer geschoffeld Dan gescoord Maar op een nevelige avond In 't Olympisch stadion Viel op het scorebord te lezen Dat er een nieuwe tijd begon Die avond deed de bal het werk Ging moeiteloos van man tot man En sneed door de verdediging De tegenstander leek verlamd Terwijl goedkope godenzonen De sterren van de hemel Speelden Zag een flink deel van 't Publiek geen bal Daar op het veld wat Vage schimmen Die bezig waren om te winnen Er werd gejuicht Maar wel op goed geluk meestal Totaalvoetbal - wereldbeker! Tot die wedstrijd in de mist Wist niemand nog hoe goed ze waren De toekomst was nog onbeslist Niet alles gaat zoals je hoopt Geluk staat wankel op één been Maar één ding pakt geen mens Je af: Ajax - Liverpool vijf - één. Na afloop waren er geen rellen Geen analist die kwam vertellen Wat je ook met eigen ogen Niet kon zien Voetbal moest nog oorlog worden Voor zakenlui zich meester maakten Van elke schijnbeweging in een team Wat blijft zijn eeuwige Momenten De dieptepass waar je van smult De vrije trap of de omhaal Die zich in de kruising krult.