Ik draag geen foto van je met me mee. Daar durf ik openlijk voor uit te komen. Wat mensen met zo'n foto moeten, geen idee. Ik hoef je niet te zien, ik kan je dromen. Ik kan je zien van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Er valt voor jou aan mij niet te ontkomen. Omdat je haarfijn op mijn netvlies staat. Ik hoef je niet te zien, ik kan je dromen. En als je lichaam ooit een keer niet naast me ligt. Maar bij voorbeeld in New York, in Saint-Tropez of Rome. Dan doe ik af en toe gewoon mijn ogen dicht. Ik hoef je niet te zien, ik kan je dromen. Zelfs als je bij me weggaat, maakt dat niet echt uit. Ik heb mijn voorzorgsmaatregelen al genomen. En ik heb je zo weer terug als ik mijn ogen sluit. Ik hoef je niet te zien, ik kan je dromen.