Een oude vrijster uit de stad kwam naar het platte land Ze plaatste daar een advertentie in een boerenkrant Ze zocht een man vol romantiek, met humor en bravoure En iedereen die riep op de redactievloer Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Jaaa daar mot een piemel in In de feesttent was een zangeres die vroeg een glaasje bier De meute reageerde goed en gooide drie kwartier Ze was daar niet echt van gediend, liep kleddernate van stage Het volluk riep 'ondankbaar kreng', en ze schreeuwen nu nog steeds: Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Jaaaa daar mot een piemel in Het hollands lesbienne koor was schor en niet bij stem Ik ging toen naar de dirigent en daar vroeg ik aan hem Wat hiervan toch de reden was en wat het medicijn Hij sprak de wijze woorden dat het 1 ding maar kon zijn: Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Jaaaa daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Daar mot een Piemel in, daar mot een Piemel in Jaaaa daar mot een Piemel in Jaaaa daar mot een Piemel in