Sluipend door het bos, ik voel me thuis. Ik vervolg mijn pad, achter de schaduw aan. En een takje breekt, ik word een met het bos. En boven ons staat de jagersmaan. De jacht gaat door, tot in het hart van het woud. Dan zie ik wat ik zocht, een beweging in de nacht. Ik verstijf, pak mijn boog en houd mijn adem in En boven ons staat de jagersmaan. De pees wordt gespannen, De prooi schrikt nu op. In de hals getroffen, Staat ze nooit meer op. Sluipend door het bos, ik voel me thuis. Ik vervolg mijn pad tot waar de maan mij brengt. En boven ons staat de jagersmaan. En boven ons staat de jagersmaan.