Op woensdagavond kwam ik thuis, het was behoorlijk laat Er stond een vreemde auto waar normaal de mijne staat Ik riep m'n vrouw en vroeg aan haar van wie die auto is Ze keek me aan en lachte en zei: ik zie daar niets Jij drinkt te veel, jij drinkt te veel Dat zuipen maakt je blind Ik zie, ik zie wat jij niet ziet Daarin heb ik geen zin Ik zoek beslist geen ruzie Maar toch begrijp ik niet... Dat ik daar wel een auto zag En zij, zij zag hem niet Op donderdagavond kwam ik thuis De avond was weer lang Der hing een vreemde jas waar normaal de mijne hangt Ik riep m'n vrouw en vroeg aan haar, van wie die jas wel is Ze keek me aan en lachte En zei: ik zie daar niets Jij drinkt te veel, jij drinkt te veel Dat zuipen maakt je blind Ik zie, ik zie wat jij niet ziet Daarin heb ik geen zin Ik zoek beslist geen ruzie Maar toch begrijp ik niet... Dat ik daar wel een jas zag En zij, zij zag hem niet Op vrijdag en op zaterdag, in de kroeg weer in m'n sas Maar thuis vond ik 's nachts een herenslip die niet de mijne was Ik riep m'n vrouw en vroeg aan haar van wie die slip wel is Ze keek me aan en lachte en zei: ik zie daar niets Jij drinkt te veel, jij drinkt te veel Dat zuipen maakt je blind Ik zie, ik zie wat jij niet ziet Daarin heb ik geen zin Ik zoek beslist geen ruzie Maar toch begrijp ik niet... Dat ik daar wel een slip zag En zij, zij zag hem niet Op zondagochtend kwam ik thuis, 'k had weer genoeg gehad Er lag een naakte man in bed en naast hem lag mijn schat Ik maakte haar snel wakker, vroeg wie die kerel is Ze keek me aan en lachte en zei: ik zie daar niets Jij drinkt te veel, jij drinkt te veel Dat zuipen maakt je blind Ik zie, ik zie wat jij niet ziet Daarin heb ik geen zin Ik zoek beslist geen ruzie Maar toch begrijp ik niet... Dat ik een naakte kerel zag En zij, zij zag hem niet Lalala... Jij drinkt te veel, jij drinkt te veel Maar toch begrijp ik niet... Dat ik een naakte kerel zag En zij, zij zag hem niet Dat ik een naakte kerel zag En zij, zij zag hem niet