Ze kenden hem in alle kroeggies In 't hartje van oud Amsterdam Ze noemden hem hemeldragonder Waar hij nooit geen aanstoot aan nam En menige arme donder Die hij uit de goot heeft gehaald Een heilsoldaat met overuren Maar die hem nooit werden betaald Refr.: Hij sjouwde van kroeggie naar kroeggie Al deden z'n voeten ook zeer En iedere klant daaraan vroeg 'ie Wilt u soms een strijdkreet meneer De meisjes bij vuurrooie lampies Tot diep in de nacht voor 't raam Hij heeft ze zien gaan en zien komen Hij kende de meeste bij naam En daar in die duistere kamer Waar eerst nog de prijs werd bepaald Heeft hij ze verteld van de liefde Een liefde die niet wordt betaald Refr. Maar plots is hij niet meer verschenen Want onverwacht kreeg hij bevel Dat hij bij z'n baas zich moest melden Waar hij toen verscheen op appel Daar hoefde hij niet meer te sjouwen Kroeg in en kroeg uit 's avonds laat Daar heeft 'ie een lintje gekregen Het mooiste dat boven bestaat Na nana na nana na nana Na nana na nana nanaa Na nana na nana na nana Nana nana na nana nanaa Refr.