Leve de man die het bier uitvond Hiephiephiephiep hoera Zoveel duizend jaar terug, ons land was enkel zee Dronk men in China uit verveling thee Maar wat een geluk voor ons, kwamen zij toen niet naar hier Maar Batje Vier kwam langs de Rijn op een lekker vatje bier Refr.: Al kreeg 'ie nooit 't lintje van verdienste op z'n borst Dankzij de brouwer hebben we nooit meer dorst (neeneeneenee) Dus maak je borst en je glas maar nat en zeg ons plechtig na Leve de man die het bier uitvond van je hieperdepiep hoera Leve de man die het bier uitvond Jajaja jong dat weten we nu wel En in Biervliet woonde een man, Jan-Willem Beukelszoon Dat 'ie haring kaakte vindt men nu heel gewoon Maar hij heeft dat idee vast bij een biertje opgedaan 'T Bier daar vliedde lustig zo kwam Biervliet aan zijn naam Refr. Leve de man die Jajaja alsjeblieft het is goed Nee, de oude Griekse tijd, dat zou voor ons niks zijn Daar gaven ze voor straf een giftige beker wijn Als 't nou bier geweest was dan dronk je 't met plezier Dan zaten alle Grieken nou nog levenslang op bier Refr. Leve de man Jajaja 't is goed, 't is goed Ja we danken nu bij deze de ontdekker van 't glas De maker van het vat, van tapkraan en koolzuurgas Maar voor de allergrootste, voor hem houden wij hier Drie seconde stilte voor de ontdekker van het bier Een twee drie Refr. Hiephiephiephiep Hoera