Waarom is muziek alleen voor rijke mensen Die kunnen toch niks horen Dat geritsel in hun zak Dat gerinkel en gekinkel Van de stuivers en de centen In de zakken van hun dikke dure pak Een sloeber zoals ik wil ook een keertje naar een musical Muziek gaat bij ons echt naar het hart ... En geen grammetje vet De een die leert zn hoed en alle liedjes uit de genen De ander houdt ze warm onder zijn pet Maar ach Wat maakt het uit De allerfijnste moppies hoor je buiten Maar ach Wat maakt het uit De allerfijnste moppies hoor je buiten Als de mannen met hun bezems heel de straat staan schoon te schrobben En de vrouwen wassen luiers op het wasbord in de tobbe En je hoort de kinderen in hun school En de juffrouw voor de klas speelt fijn viool Als de stratenmakers tikken met hun hamers op de keien en de trein begint te fluiten Vlak voordat ie weg zou rijden ... De lantaaraansteker met z'n houten been Die gaat als de nacht valt doodnieuwsgierig door de straten heen Dat is allemaal gratis Dat is allemaal muziek En soms valt er een piano van vier hoog Waarom is muziek alleen voor rijke mensen Die kunnen toch niks horen Dat geritsel in hun zak Dat gerinkel en gekinkel Van de stuivers en de centen In de zakken van hun dikke dure pak (Dat is toch flauwe kul) Een sloeber zoals ik wil ook een keertje naar een musical Muziek gaat bij ons echt naar het hart ... En geen grammetje vet De een die leert z'n hoed en alle liedjes uit de genen De ander houdt ze warm onder zijn pet Maar ach Wat maakt het uit De allerfijnste moppies hoor je buiten Maar ach Wat maakt het uit De allerfijnste moppies hoor je buiten