Ik wil zijn in de schuilplaats van de Allerhoogste. Zijn in de schaduw van de Almachtige. Ik wil zijn in de handen van mijn God, mijn Maker. Overnachten in Zijn aanwezigheid. U bevrijdt mij van de handen van belagers. U redt mij van de gruwlijke dood. En de nachten hoef ik niet meer te vrezen. Of de pijlen die op mij zijn gericht. Wacht ik ben veilig bij U. Beschut onder Uw vleugels. Ik ben veilig bij U. U antwoordt als ik roep. Ik ben veilig bij U. Als ik woon in de schuilplaats van de Allerhoogste. Ik wil zijn in de schuilplaats van de Allerhoogste. Zijn in de schaduw van de Almachtige. Ik wil zijn in de handen van mijn God, mijn Maker. Overnachten in Zijn aanwezigheid. ... Zij waken dag en nacht over mij. Met hun handen zullen zij mij steeds dragen. En geen hindernis die mij tegen houdt. Want ik ben veilig bij U. Beschut onder Uw vleugels. Ik ben veilig bij U. Uw antwoordt als ik roep. Ik ben veilig bij U. Veilig bij U. Als ik kom in de schuilplaats van de Allerhoogste. U bent mijn toevlucht. U bent mijn vesting. U bent mijn God op wie ik vertrouw. U wilt bevrijden. Mij altijd redden. In mijn nood bent u steeds heel dicht bij mij. ... Want ik ben veilig bij U. Beschut onder Uw vleugels. Ik ben veilig bij U. U antwoordt als ik roep. Ik ben veilig bij U. Veilig bij U. Als ik woon in de schuilpaats van de Allerhoogste. Ik wil zijn in de schuilplaats van de Allerhoogste. Overnachten in Zijn aanwezigheid.