Wij houden van eerbied onze adem in, De stilte is een eerbetoon aan u. U krijgt wat u toekomt, Heer, van iedereen. U luistert, daarom komen we bij u. Wij hebben voor onszelf geleefd. Die schuld dragen we mee. Wij kunnen niet meer verder, Heer, Tot u de schuld bedekt en ons vergeeft. U maakt ons gelukkig, God, u kiest voor ons. U hebt voor ons de deuren openstaan. U vraagt ons aan tafel in uw eigen huis En daar staat heerlijk eten voor ons klaar. U antwoordt ons met grote kracht. U redt ons met uw recht. Van horizon tot horizon Ziet iedereen dat u betrouwbaar bent. Wat een kracht! U bouwde bergen tot de wolken. Wat een macht! U brengt de golven weer tot rust. En de volken worden stil, Stil van wie u bent. U laat de ochtend zingen. U geeft de nacht een stem. De aarde staat droog, totdat u haar bezoekt. Dan valt de regen, akkers worden zacht. De zon streelt de voren en het koren groeit. U koestert elke boom en elke plant. Dit wordt een gouden jaar voor ons, Want waar uw voeten gaan, Daar bloeit het nieuwe leven op. God, dank u wel, dit wordt een jubeljaar. Wat een vee! Een stroom van mooie, vette beesten. Wat een oogst! Een zee van tarwe op het land. En het leven wordt een lied, Een lied voor wie u bent. We zullen blijven zingen. We zingen van uw werk.