Wie op de HEER vertrouwt, Staat als de berg van God. Zo vast. Zo sterk. Rondom Jeruzalem Staan bergen als een muur. Zo staat God om zijn volk. Altijd. Voorgoed. Geweld heerst in de straat, Regeert met harde hand. Maar niet Voorgoed. Wie eerlijk is en trouw Die geeft het kwaad geen hand. Dat weigert hij. Daar doet Hij niet Aan mee. Doe goede dingen, HEER, Voor wie het goede doen. Help hen. Red hen. Maar wie dat spoor verlaat, De rechtsverkrachters, HEER, Verdrijf hen van hun plaats. Jaag hen, Jaag hen maar weg. Vrede voor Israël. Vrede voor Gods volk.