Ik zit hier op 'n kamer, een kamer ver van huis Te staren naar de donker grijze lucht De schemer en de stilte, de maan en het geruis Die brengen mij de weemoed met een zucht Ik geef niet toe aan deze dans De wurggreep van de schaduw, die ruil ik voor 't licht De beelden in m'n hoofd, de lach op je gezicht 'T Reizen en verdwalen, gedreven door de wind Te leven als een herder zonder stal 'T Boek in zeven talen, waar ik geen heil in vind Gekraak van vreemde treden in de gang Ik ben 't moe, geef mij een kans Dan zing ik voor m'n schapen, hun blik naar mij gericht Dat is 't sterkste wapen, de lach op hun gezicht Refr.: Want 't is lente en ik kom weer naar huis Als een dief in de nacht, wie heeft zo lang gewacht Ik hoop dat jij 'r bent De eenzaamheid verlamt me, verlangen maakt me loom Ik huiver van de veel te lange reis Maar niemand houdt me tegen, want voor mijn idioom Betaal ik graag een veel te hoge prijs Ik ben 't moe, ik grijp m'n kans Want alles wat me lief is, wacht aan de overkant Ik zou m'n leven geven voor een lach op hun gezicht Refr.(2x)