Wij met een miljard of zeven,
Moeten leren samenleven,
Op die mooi kleine blauwe bol.
Maar lees ik de krantenkoppen,
Oorlogen die nooit meer stoppen,
Denk ik soms de wereld slaat op hol.
Nee ik moet niet zitten kniezen of,
Mijn laatste moet verliezen,
Want ik heb een wondermedicijn.
Leg je hand nu in die handen,
Uit die duizend verre landen,
Zo plant je een bloem in de woestij.
En gebruik geen woorden,
Moeten leren samenleven,
Op die mooi kleine blauwe bol.
Maar lees ik de krantenkoppen,
Oorlogen die nooit meer stoppen,
Denk ik soms de wereld slaat op hol.
Nee ik moet niet zitten kniezen of,
Mijn laatste moet verliezen,
Want ik heb een wondermedicijn.
Leg je hand nu in die handen,
Uit die duizend verre landen,
Zo plant je een bloem in de woestij.
En gebruik geen woorden,