Dit is de heks van Sier-kon-fleks, Ze woont in Kopenhagen. Iedere dag doet zij wat geks En alle mensen klagen: O, wat een heks, Wat een akelige heks, Hoe lang moet dat nog duren? Wie wil de heks van Sier-kon-fleks Voorgoed het bos in sturen? Op zondag neemt zij de kolonel En tovert hem om in een mokka-stel. Op maandag doet zij niet zoveel, Dan jakkert zij op haar bezemsteel. Op dinsdag eet zij een schooljuffrouw En laat het verder maar blauw-blauw. Op woensdag neemt zij het mokka-stel En tovert het om in een kolonel. (De vreugd is maar van korte duur: Hij zit nog onder het glazuur.) Op donderdag neemt zij het dameskoor En schuift het onder de voordeur door. Op vrijdag bijt zij de griffier En wikkelt hem in vloeipapier. Op zaterdag gaat zij in 't bad, Zodat het in de rondte spat, En verder speelt zij met haar kat Het spelletje van 'wie doet me wat'. Dit is de heks van Sier-kon-fleks, Zij woont in Kopenhagen. Alle mensen staan perpleks Zoals die heks kan plagen. O, wat een heks, Wat een griezelige heks, 'T is niet om te verdragen. Wie wil de heks van Sier-kon-fleks Voorgoed het bos in jagen?