In de koude gangen, in de vroege uren Kwam van achter hem Van achter de stenen een afschuwelijk gehuil Hij was niet gek Maar hij wist dat hij niet meer Alleen was Dat hij in de buurt Was van waanzin Maar hij kon niks zien, en het ging opnieuw Afschuwelijk gelach Twee stemmen Maar hij wist het niet, hij wist het niet In de koude nacht, in de stenen gangen Zo goed als daar Hij kon het al horen Schreeuwen, krijsen Antwoorden elkaar Angst in de stemmen Ze werden zwakker Maar hij wist het niet, nee hij wist het niet En hij ging weer weg De stilte viel zwaar op hem Maar hij wist het niet, hij wist het niet De nacht kwam, waarop hij niks hoorde In de koude gangen, in de vroege uren Hij wist het niet, nee hij wist het niet Dat hij de laatste was die de stemmen hoorde, de stemmen hoorde Hij wist het niet, hij wist het niet Hij wist het niet