Er schuiven geesten langs dit raam. Afgekaderd. Aaneengeschakeld. Ik zie mijn naam staan. "U vraagt of ik wel daar was?" Dit beeld, de datum; Het ogenschijnlijke bewijs. Er schuift een wereld langs dit raam. Een wassen oog belet mij Erdoorheen en omlaag te gaan. "U vraagt hoe toen mijn hart was?" De uitbesteding van mijn opslag Maakt ruimte voor het grote grijs. Gefragmenteerd ontsta ik In een wereld met eindeloos geheugen. "Ceci n'est pas un souvenir."