Donkere leegte woei tegemoet Vanuit 'n straat die nooit verduistert. Met gebogen schouders En bebloede lippen fluistert Hij z'n stervend schouwspel Nieuw leven toe, Want de stoelen zijn verlaten - Herboren is 'n levenskunstenaar. Op planken Van deinende poëzie Die golven In solitaire euforie Als klanken Voor ene virtuele orgie. Nu, als een mannequin openbaar Wordt hij schoonheid of zotte schijn Maar in dit wereldse web Zijn wij allen ergens moordenaar. ...en vrolijk viel het doek Over de straat die nooit verduistert Toen ik met een druk op de knop Voorgoed in de planken kroop.