Ik volg de stoet van schimmen Die door de wouden schrijdt Tot aan de kerkruine Waar ik de nachtmis leid In't donker uur der heksen Gekleed in zwart gewaad Spreek ik in vreemde tongen De woorden van het kwaad Mijn handen vroom gevouwen In spottend hoon gebed Gekmeld en vol vertrouwen Mijn ltchaam vrij van smet Bid ik hier tot de duivel Mijn wonden vloeiend rood Mijn ziel met trots verdorven Waar ik ben, komt de dood Waar ik ben, brandt het duister Van Zijn aanwezigheid Waar ik ben, roept de afgrond Waar ik ben, stopt de tijd Waar ik ben, huilen de rechtschapenen In stervensnood Waar ik ben, wacht de leegte Waar ik ben, komt de dood Ik ben de dolk van Satan Gesmeed in eeuwig vuur Ik ben de macht der ouden Mijn vlam nag sterk en puur Ik ben een zacht gefluister Dat aanzwelt tot gegil Waar ik ben komt het duister Waar ik ben wordt het stil