In het Europa van de achtste eeuw Voerde koning Karel een wrede strijd Tegen de fiere heidense Saksen Tot de doop waren zij niet bereid ♪ In zijn vuig streven tot bekering Was de koning genadeloos en wreed Ieder verzet bloedig onderdrukt Karel verbreidde treurnis en leed ♪ In het jaar 772 Vernietigde hij de heilige pilaar Om de goden voorgoed te verbannen Maar de Saksen bleven strijdbaar ♪ Moedig boden de heidenen weerstand Zij vochten dapper tegen de vorst Maar velen vielen toch ten prooi Aan Karels godvruchtige bloeddorst ♪ "Si quis deinceps in gente Saxonorum inter eos latens non baptizatus Se abscondere voluerit et ad baptismum venire contempserit Paganusque permanere voluerit, morte moriatur." (Capitulatio de partibus Saxoniae, c. Saeculo VIII) ♪ In het jaar 782 Onderdrukte de koning een opstand Waar Aller en Weser samenvloeien Bleek Karel een vreselijke vijand ♪ Vierduizend en vijfhonderd Saksen Werden allen door onthoofding gedood Zij weigerden hun goden af te zweren De hele rivier kleurde bloedrood