Elke zaterdagavond, zo rond negen uur, Vaste gezichten aan de bar. En een oude man naast me, kijkt verliefd naar z'n glaasje: 'Schenk mij er nog maar eentje in!' Hij zegt: 'Vriend maak me blij, en zing nog eens dat lied. Hoe het heette, ach vraag het mij niet. Maar het gaat over tijden, dat ik lol had met de meiden. Helaas zijn die dagen voorbij.' -Lalala- Hier in de kroeg, zingt ieder zijn lied, Want het leven, dat spaart ons niet. En we denken niet aan morgen, Vergeten onze zorgen. Vanavond geen tijd voor verdriet. Kijk John aan de bar, is een goede vriend. Ookal krijgt hij nooit wat hij verdient, Eens was hij een rijk man, ze namen 'm in de zeik man, Toch staat hij voor iedereen klaar. -Lalala- Ooh Hier in de kroeg zingt ieder zijn lied, Want het leven dat spaart ons niet. En we denken niet aan morgen, Vergeten onze zorgen. Vanavond geen tijd voor verdriet. En Frank zit in het vastgoed en dat doet hij vast goed, Als je ziet wat voor auto's hij rijdt. Verderop daar zit Astrid, wiens man nog steeds vast zit. Ze is nog altijd een heel lekker wijf. Ooh Die krevoot? stinkt naar bier, ach wat doe ik ook hier? Van een zanger verwacht men plezier. Dus ik zing nog een keer, want ik ben hier voor de sfeer. 'Morgenavond dan zijn wij er weer.' -Lalala- Ooh Hier in de kroeg zingt ieder zijn lied, Want het leven dat spaart ons niet. En we denken niet aan morgen, vergeten onze zorgen. Vanavond geen tijd voor verdriet. Vanavond geen tijd voor verdriet.