Lucht, gehuld in nevelvlagen, Sneeuw die opstuift, wervelwind; Hoor hem als een roofdier klagen, Dan weer huilen als een kind. Hoor hem ritselen daarbuiten Op het strodak van ons huis, Dan weer tikt hij op de ruiten, Als een zwerver, eindelijk thuis. Laat ons het verdriet verdrinken Hoedster van mijn droeve jeugd, Pak de beker, laat ons klinken, Schenk ons allebei vreugd. Zing het lied van de meeuw: De zee is m'n leven De zee is me trouw Kom terug! Kom terug! De zee is m'n leven De zee is me trouw Kom terug! Kom terug!