Ik word wakker als je stem ruist door de bomen Het wordt lichter en een nieuwe dag breekt aan Met je tranen laat je beekjes overstromen 'T Is de reden dat er nieuwe bloemen staan Als de wind de velden langzaam laat bewegen En de wolken maken schaduw op de grond In het donker kom ik jou daar dansend tegen Om me heen zal jij bestaan, nooit te ver bij mij vandaan 'T Is de reden dat ik altijd door kan gaan Waar ik ga Kom ik je tegen Ik zie je, hoor je, voel je nog bij mij Van de golven in de zee Tot aan een schelpje in het zand Dat ben jij, dat ben jij, dat ben jij Als ik even niet meer weet wat te geloven Kijk ik naar de blauwe lucht vanuit het gras Komen af en toe herinneringen boven Die me laten weten hoe het vroeger was Als het zonlicht jou weerspiegelt in de ruiten Voel ik warmte die ons met elkaar verbindt Ik hoor je lieve lach wanneer de vogels fluiten Om me heen zal jij bestaan, nooit te ver bij mij vandaan 'T Is de reden dat ik altijd door kan gaan Waar ik ga Kom ik je tegen Ik zie je, hoor je, voel je nog bij mij Van de golven in de zee Tot aan een schelpje in het zand Dat ben jij, dat ben jij, dat ben jij, dat ben jij ♪ Waar ik ga Kom ik je tegen Ik zie je, hoor je, voel je nog bij mij Van de golven in de zee Tot aan een schelpje in het zand Dat ben jij, dat ben jij, dat ben jij, dat ben jij Want waar ik ga Kom ik je tegen Ik zie je, hoor je, voel je nog bij mij Van de golven in de zee Tot aan een schelpje in het zand Dat ben jij, dat ben jij, dat ben jij Dat ben jij, dat ben jij, dat ben jij