Ik wil niet wennen aan mijn winterjas Het schijnt dat juli hier gister was Maar nu is het strand verlaten Het is snijdend koud Niemand die ziet wat ik bij me houd En liever voor me houd Over mijn leven waait een oostenwind Oktober november zie ik somber in Hij hielp me vooruit Maar plotseling Keerde hij zich tegen mij Een oostenwind Nu het zand langzaam aan door mijn vingers glipt Knijp ik rijkelijk laat pas mijn handen dicht En zijn mijn zorgen om enkеl een kleinigheid Door de wind meegеnomen naar verleden tijd Vergetelheid Over mijn leven waait een oostenwind Oktober november zie ik somber in Hij hielp me vooruit Maar plotseling Keerde hij zich tegen mij Een oostenwind Het vlakke land (Vlakke land) Het zachte zand (Zachte zand) Van hier naar daar Onbegaanbaar Over mijn leven waait een oostenwind Oktober november zie ik somber in Hij hielp me vooruit Maar plotseling Keerde hij zich tegen mij Een oostenwind