Ik ben een eiland Een eiland in de mist Aangedaan, maar altijd weer verlaten Ik ben een spoor van wrakhout, colablikjes En een zootje graten Ik ben een eiland Ik ben een heel eind zwemmen Ik ben een hoop zand in een oceaan Waarin jij moet willen verdrinken Je durven laten zinken Dan spoel je bij me aan De wind geeft je adem terug spoel maar aan Want er is zoet water in mijn aderen Koelte onder mijn bladeren En warmte van een slapende vulkaan Ik ben een eiland Met een onherbergzaam naakt strand Als jij op mij alleen kan zijn Dan wil je misschien nooit meer bij me vandaan De wind geeft je je adem terug Want er is zoet water in mijn aderen Koelte onder mijn bladeren En warmte van een slapende vulkaan En mocht je ooit naar iemand snakken Dan verzin je maar een leuk negertje Dat lekker een visje voor je komt bakken En ergens moet er ook zelfs ook nog een piano staan En als ik je te eenzaam ben Loop dan maar naar de zee Dan komt er wel een schip voorbij Dan moet je maar heel hard zwaaien daar ga Je, ga dan maar met ze mee