Kleine zeug met je pootjes zo rank Je oogjes gebroken, je hartje staat stil Omdat iedereen wel jouw speklapjes wil Ach wat heb je de mensen misdaan Dat je steeds in een hokje moest staan Het rooster dat deed aan je pootjes zo zeer Maar liggen en slapen, dat kon je niet meer En de slachter die hakt in je bot Ach ik vind het zo treurig en rot Waar is 'ie gebleven, de krul in je staart? De zes kleine biggetjes die jij hebt gebaard? Kleine zeug met een haak in je poot Je oogjes gebroken, je hartje staat stil Omdat iedereen wel jouw speklapjes wil Kijk daar gaat weer een stuk van je bil Dat ligt straks lekker onder de gril Kleine zeug met je snuitje vol bloed O wat smaak je me straks toch weer goed Je oogjes en oortjes in een frikandel Met ketchup en uitjes, dan smaken ze wel O we eten zo heerlijk van jou En als je dan op bent, dan is er geen nood Want dan zijn ondertussen je biggetjes groot