Ik ben een del zij is een del Je kent dat wel nee dank je wel Soms heb ik het niet soms heeft ze het niet Maar meestal wel een lellebel Loop ik 's avonds over straat Dan kijk ik constant in het rond Of daar niets van mijn gading gaat Ik val op zwart bruin grijs en blond Ik ben een del zij is een del Je kent dat wel nee dank je wel Soms heb ik het niet soms heeft ze het niet Maar meestal wel een lellebel Vroeger was ik net een kuis Een man een kind, een hond en een huis Ik liet m'n schatten in de steek Omdat me dit veel leuker leek Ik ben een del zij is een del Je kent dat wel nee dank je wel Soms heb ik het niet soms heeft ze het niet Maar meestal wel een lellebel Ik ben inderdaad geen achttien meer Het lukt me ook niet meer elke keer Ik zie er toch nog heel goed uit Rode lippen en een gave huid Ik ben een del zij is een del Je kent dat wel nee dank je wel Soms heb ik het niet soms heeft ze het niet Maar meestal wel een lellebel Ik loop hier nu al een nacht of acht 'T Is toch wel koud en het regent zacht De lippenstift zit naast m'n lip Ik loop al dagen in dezelfde slip Ik ben een del zij is een del Je kent dat wel nee dank je wel Soms heb ik het niet soms heeft ze het niet Maar meestal wel een lellebel Ik wil naar huis zij wil naar huis Was ik maar thuis was ze maar kuis Ik ben geen del dat ben je wel Nee dank je wel een lellebel