Na een hevige strijd bereikte Barentsz eindelijk de oranje eilanden En aanschouwde hij een koninkrijk van bevroren glorie Er was geen warmte meer aan boord van het schip Geen vogels op de klippen van het eiland Geen ijsberenjacht hield de bemanning meer tevreden Alles in het noorden bestond uit ijs De zee was daar bevroren, koud en grijs Ook richting het oosten konden ze niet gaan En daarmee was hun laatste hoop op een ijsvrije Karazee vergaan Ze besloten richting het zuiden te gaan en langs de kust te reizen Door een aantal ijsvrije baaien te varen, steeds verder van het ijs vandaan Zodat ze vanuit het zuiden naar het oosten konden sturen En hun schip zo zouden bevrijden uit deze gevangenis van eindeloze ijzige muren Wat ze ook probeerden, de wind blies ze terug Het ijs kwam dichterbij en leek alles te blokkeren De tijd begon te dringen, de zee lag niet meer open Een terugreis onvermijdelijk, de zomer afgelopen Het water om ze heen begon nu te bevriezen Langzaam werd het duidelijk dat ze zouden verliezen In hun strijd tegen de winter en de klauwen van het ijs Het eiland trok ze naar zich toe en verwelkomde ze in zijn paleis Van eeuwige dood en eeuwige kou Een overweldigend aanzicht, zo beangstigend en grauw In de verte klonk een grommend geluid Zo angstaanjagend, het kroop onder hun huid En werd gevolgd door een stilte die uit het niets was verschenen Het geluid van de golven en zee was plotseling verdwenen Ze voelden zich zo angstig, zo verloren Hun schelle stemmen waren het enige wat ze nog konden horen Maar toen klonk het geluid opnieuw, een valse symfonie Een dode stem van angst en pijn zong zijn melodie En echode over het landschap dat nu wit geworden was Alles was nu van ijs, glinsterend als glas