Met de wind aan bakboord zeilden de boten langs de kust omhoog Langs een landschap dat zelfs gedurende de wildste stormen nauwelijks bewoog Omringd door muren van ijs en sneeuw voeren ze vooruit Hun hoofden geheven, dapper, vol moed Maar de brullende wind bleef het enige geluid Bij het vallen van de avond kwam IJshoek in zicht, de noordelijkste kaap (van Nova Zembla) Bij het horen van het nieuws kwam Barentsz omhoog en zag hij daar in de mist De grijze contouren van het land waar hij 4 jaar geleden al eens was geweest In tweeën gekliefd door een brede gletsjer, ze voeren langs de kop van het beest