De ogen, dichtgeschroeid Geklommen tot de onbegrijpelijke hoogvlaktes Om te ontkomen aan het melancholisch gemurmel Verblind door het wemelende rumour Een geur van gemeenschap Lokt jou de afgrond in Een onmiskenbaar instinct Gooit jouw lijf In een put van bloedrode lichamen Door de hitte verdreven Ter aarde gestort Jouw levenswil, met sterven beboet