Ik was een kleine jongen en de wereld was nog groot Op de achterbank keek ik het zo eens aan Ik velde alle bomen en we schreven op de weg Niet wetend waar ik nu zou staan Het was geen lange rit, maar 't was voor mij een hele reis In het donker zag ik pa achter het stuur Ik kon niet zover kijken, maar toch wist ik het al lang Het 't was 't begin van avontuur We waren bijna thuis Bijna thuis En wakker blijven ging niet meer vanzelf We waren bijna thuis En van de slaap verloor ik het gevecht Toen werd ik door m'n moeder thuis op bed gelegd Ik werd een grote jongen en ik zong in 't hele land Van de wereld wist ik steeds een beetje meer Ik kocht een eigen auto en dacht eigenlijk nooit meer... Aan die dagen van weleer Van Volendam naar Leiden en dan door naar Vinkeveen Een hotel in Zirkzee of weet ik waar Van Valkenburg naar Appelscha en op de helft dan weer terug Want m'n gitaar die stond nog daar Maar ik was bijna thuis Bijna thuis 'K Bleef wakker want ik had alleen mezelf En ik was bijna thuis De reis is nog lang als de avond valt En jij kijkt me lachend aan En ik kijk in de spiegel naar de achterbank En ik denk, dat hebben wij toch zo slecht niet gedaan En we zijn bijna thuis Bijna thuis Ach wakker blijven gaat niet meer vanzelf Maar we zijn bijna thuis En van de slaap verlies je het gevecht Wordt je straks door ons op je bed gelegd Op je bed gelegd Thuis op bed gelegd Ja op bed gelegd