In Rotterdam op een pier in 1904, Ligt het schip klaar voor vertrek. Het was de trots van de stad waar iedereen het over had. Hijs het anker, alle hens aan dek. Open zee, of oceaan, het zou elke storm doorstaan. Het ruime sop maakt zijn historie. Maar het schip is sindsdien dan ook nooit Meer gezien en ze heette de Hollands Glorie. Nee, niemand heeft ooit een afbeelding Gezien van het schip dat iedereen aanbad. Vier duizend man aan boord, 't was ongezien 't was ongehoord. Er wordt verteld dat het twintig masten had. Het had honderden paarden en varkens aan boord. Drie miljoen vaten ruwe o-olie. Met de Whiskey bovendien kon je heel Schotland Voorzien vanuit het ruim van de Hollands Glorie. In Rotterdam op een pier in 2004 deelt de man z'n verhalen van op zee. Hij vertelt onverstoord zijn avonturen van Aan boord, en z'n verhaal voldoet aan elk cliché. Het schip had veertig jaren gedobberd op zee. Stuurloos, ontredderd en verlo-oren. Door ziektes, muiterij, En ik geloof echt ieder woord van z'n tong met de Hollands Glorie. De bemanning was uiteindelijk behoorlijk uitgedund, Scheurbuik en heimwee liet z'n sporen na. Ze sprongen overboord, Of ze grepen naar een koord, of verloren zichzelf aan de drank, jaja. Door een orkaan is het schip toen vergaan. Ze werd verslonden door de grote oceaan. Hij zag niemand om zich heen, hij overleefde heel alleen. De man met de Hollands Glorie. De man met de Hollands Glorie. De man met de Hollands Glorie. Hij had niemand om zich heen, hij overleefde heel alleen. De man met de Hollands Glorie. De man met de Hollands Glorie. De man met de Hollands Glorie.