Je proeft mijn wraak. Ik laat niet los. Ik maak het stuk. Dit is wat ik ben. Het is te laat. Ik geef het op. Ik kan niet terug. Dit is wat ik ben. Ik ben je wapen. Ik ben je pijn. Ik ben je tranen. Ik ben het waard. Ik ben het zwaard waarmee goden worden verslagen. Ik ben monster. Ik ben haat. Ik ben donker. Ik ben kwaad. Ik ben bloeddorstig. Ik ben een wolf die van de honger vergaat. S' nachts lig ik mijn tanden kapot te knarsen, alsof er een beest in me zit die los wil barsten. Ik ben muzikaal, terwijl ik het bloed van de muren haal. De hele wereld is suïcidaal. Bloed belemmert mijn zicht. Niemand herkent mijn gezicht. Je ziet mijn silhouet in de mist. Zo donker als de hemel s' nachts is. Zo donker als in je grafkist. Zo donker onder de wolken zonder daglicht. Spinal komt eraan bij volle maan. Wonderbaar wolven huilen de zon zal voor altijd onder gaan. Ik ben de nachtmerrie waardoor je niet kan slapen. Ik ben de wereld zonder water. Dit is wat ik ben. Je proeft mijn wraak. Ik laat niet los. Ik maak het stuk. Dit is wat ik ben. Het is te laat. Ik geef het op. Ik kan niet terug. Dit is wat ik ben. Ik ben de god die je haat. (nee) Ik ben de god die ons doet vergaan. (nee) Ik ben hij die je overtuigt dat god niet bestaat. Ik ben de waarheid die je liever niet ziet. Ik ben je verdriet. Ik ben de melodie in je meest verdrietige lied. Ik sta in de fik en brand als een malle hellevuur. Ik ben de vloek die ons allen doet vallen. Ik ben het raadsel dat je niet op kunt lossen. (nee) De oplossing voor je raadsel. (nee) Het laatste puzzelstukje ontrafelt. Ik ben een draak, ik ben geen satanist. Ik ben de vlammen bij je cramatie. De regen op je begrafenis. (ja) Ik ben er toe in staat te om moorden. Ik ben klaar om te vechten met duizend gladiatoren. Ik ben het gebrul van duizend leeuwen. De pijn van duizend steken. Je lijdensweg zonder het uit te schreeuwen. Ik ben een één mans leger in optocht. De eenheid van alle planeten in de kosmos. Dit is wat ik ben. Je proeft mijn wraak. Ik laat niet los. Ik maak het stuk. Dit is wat ik ben. Het is te laat. Ik geef het op. Ik kan niet terug. Dit is wat ik ben. Je denkt dat je wat over me weet. Maar je weet niks. Het is nou eenmaal zo. Ik kan er niks aandoen. Al m'n hele leven vecht ik met mezelf. Ik maar niet winnen. Ik geef het op.