De Heer is mijn licht, Mijn burcht en mijn redder, Voor wie zou ik vrezen, Voor wie zou ik vrezen? De Heer is mijn licht, Mijn burcht en mijn redder, Voor wie zou ik vrezen, Voor wie zou ik vrezen? De Heer is mijn kracht, De kracht van mijn leven. Voor wie dan Zou ik nog vrezen? De Heer is mijn licht, Mijn burcht en mijn redder. Voor wie zou ik vrezen, Voor wie zou ik vrezen? De Heer is mijn licht, Mijn burcht en mijn redder. Voor wie zou ik vrezen, Voor wie zou ik vrezen? De Heer is mijn kracht, De kracht van mijn leven. Voor wie dan Zou ik nog vrezen? De Heer is mijn kracht, De kracht van mijn leven. Voor wie dan, Zou ik nog vrezen? De Heer is mijn licht, Mijn burcht en mijn redder, Voor wie zou ik vrezen, Voor wie zou ik vrezen? De Heer is mijn licht, Mijn burcht en mijn redder. Voor wie zou ik vrezen, Voor wie zou ik vrezen?